Natuurlijk had ik ook graag een rondreis door Vietnam gemaakt. Of was drie weken door Sicilië getrokken. En in Portugal ben ik ook nog nooit geweest. Toen ik mobieler was, heb ik een hoop gezien van de wereld. Maar deze zomer zit ik in mijn tuin en denk daar met veel plezier aan terug.
Ik heb de puf niet meer voor lange trips en bovendien is reizen met een handicap ingewikkeld. Het is een beetje op met de energie. Levend in de extra tijd hoef ik ook niet meer zo nodig.
En gelukkig is het mooi weer! Té mooi eigenlijk, zodat ik alleen ’s morgens en ’s avonds in de tuin kan zitten. Op het heetst van de dag zit ik rustig in voorkamer, waar het betrekkelijk koel is. En van de tuin geniet ik met volle teugen.
Voor mijn verjaardag kreeg ik een witte en een blauwe Agapanthus. Ze worden ook wel Afrikaanse lelies genoemd. Afrika, toch een beetje buitenland! De rozen lopen onderhand op hun eind . Deze uit China en de landen rondom de Middellandse-Zee afkomstige planten hebben het uitstekend gedaan.
Zes Hortensia’s, oorspronkelijk van de Azoren, bloeien uitbundig blauw, roze, rood en wit. De knalrode Montbretia (Zuid-Afrika!) staat op springen. Verbena, Hosta, Lavendel, Lavatera. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Toen mijn tante Ans, ze is inmiddels overleden, tegen de tachtig liep, zei ze dat ze niet meer zo nodig op vakantie hoefde. ‘Ik kijk graag naar reisprogramma’s op de televisie. Daar steek ik veel van op en vaak is het dan net, of ik er zelf ben geweest.’
Indertijd begreep ik niks van mijn tantes gedachtegang. Het buitenland moet je toch beleven. Ruiken, proeven, voelen. Vreemde talen horen, andere gewoontes zien. Natuurlijk is dat zo. Daarom ging ik zo graag op reis. Maar, zo zittend in mijn tuin, begrijp ik tante Ans toch steeds beter.